Algemene informatie

Brasil_flag

Brazilië (officieel Republica Federativa do Brasil) is het grootste land van Zuid-Amerika en het op 5 na grootste land ter wereld. De Afstanden in Brazilië zijn enorm; binnenlands reizen is hier te vergelijken met reizen door heel Europa. Van het meest zuidelijk puntje van Brazilië tot de meest noordelijke uithoek is de afstand bijna 6000 kilometer. En het heeft een kustlengte van ongeveer 8000 km. De totale oppervlakte van het land is ruim 8,5 miljoen km² (240 keer Nederland). 36 procent hiervan is Amazonegebied. Maar Brazilië heeft meer te bieden dan alleen het Amazonegebied!
Brazilië heeft moerassen, oerwouden, steppen, canyons, grotten, watervallen en natuurlijk de geweldige stranden. En dan zijn er nog de prachtige steden met koloniale architectuur, barokke kerken en bruisende pleinen. De lieve bevolking met hun overheerlijke Braziliaanse keuken. En niet te vergeten de fauna, van bijzondere dieren tot de stekende mug, die u liever niet tegenkomt, maar wat zeker gaat gebeuren.

BAHIA, zwarte parel van Brazilië !

Dit is de slogan die het best ons Bahia beschrijft. Een plaats waar het volk opgewekt en vol levenis. Een volk dat, zelfs zonder geld op zak of eten op tafel, steeds een gulle glimlach op het gelaat draagt. Dat geluk is zo echt en waarachtig dat het om het even wie hier aankomt besmet en elkeen die hier weggaat triestig maakt. Bahia, land van het geluk, dat dankzij demengeling van rassen een enige en fascinerende culturele mengkroes aanbiedt. Ontdek zijn kookkunst, zijn godsdiensten en rituelen, zijn dansen, zijn muziek, zijn letterkunde, zijn architectuur en zijn cultuur in het algemeen. Bahia, schoon land, dat, dankzij zijn grotegeografische verscheidenheid, exotische en prachtige lanschappen te bieden heeft. Bezoek zijnstranden, zijn historische steden, zijn heuvels en bergen, zijn rivieren, zijn watervallen, zijn "sertão" (halfwoestijn dat het grootste gedeelte van het binnenland beslaat) en de grote verscheidenheid aan flora en fauna die je hier kunt bewonderen. Voor praktische tips en een beschrijving van wat je in Salvador en Bahia moet gezien hebben, ga onmiddellijk naar Uitstappen. We bieden speciaal voor jou IN BAHIA toeristische pakketten aan met een vakbekwame gids in die dezelfde moedertaal heeft als jij.

Cultuur
De Braziliaanse bevolking in Bahia is bijzonder vriendelijk en gastvrij. Muziek en gezelligheid spelen een belangrijke rol in het leven van de bevolking. In vergelijking met andere staten in Brazilië heeft Bahia de donkerste bevolking. De Afrikaanse oorsprong is in Bahia nog duidelijk zichtbaar en voelbaar- in de huidskleur en de gelaatstrekken, de kleding, de taal, de muziek, de eetgewoonten en in het geloof.

Natuur
Brazilië staat vooral bekend om de Amazone; het grootste regenwoud ter wereld. Maar een land met de omvang van Brazilië beidt uiteraard meer. Het meest opvallende aan de natuur in Bahia is zijn diversheid. Van hagelwitte stranden met palmbomen aan de kust, het heuvelachtige landschap in het binnenland met verschillende lange, uitgerekte plantages van o.a. cacao, suikerriet en tabak. Verder in het noordwesten van Bahia de sertão, een dor landschap met doornige struiken. En dan hebben we nog het Nationale Park Chapada Diamantina, een savannelandschap, onderbroken door rotsen met watervallen, grotten met wilde bloemen en vergeten wateren.

Taal
Door de Portugese bezetting is de Portugese taal ook achtergebleven. Door de jaren heen hebben de Brazilianen wel hun eigen dialect eraan gegeven. Engels zult u niet veel tegenkomen, maar in hotels en op andere toeristische plekken zult u zich kunnen redden.[ naar boven ]

Valuta
De munteenheid is de Real, meervoud reais. Tegenwoordig kunt u op de meeste plekken wel pinnen met uw europas (maestro/cirrus) of creditcard (VISA/Mastercard). Dit is verreweg de goedkoopste, makkelijkste en veiligste manier om aan reais te komen. Contant geld meenemen of travelcheques is echt niet meer nodig! Voor de actuele koers kunt u hier kijken.

Vliegen
Vliegtickets kunt u tegenwoordig heel snel en eenvoudig boeken via internet, u ziet meteen of de vlucht nog beschikbaar is en de prijs voor enkele data’s. Want het kan erg variëren per dag, soms kan een dag later boeken al honderden euro’s uitsparen.
De meest voor de hand liggende vluchten vindt u op:
www.condor.de, vertrek vanaf Amsterdam met overstap in Frankfurt of rechtstreeks vanaf Frankfurt. Bij Condor hebben ze vaak leuke aanbiedingen, hierdoor vliegt u soms al voor 400 euro heen en terug.
www.tap.nl, vertrek vanaf Amsterdam, Brussel met overstap in Lissabon. Vanaf 700 euro.
De afkorting van de luchthaven van Salvador is SSA.

Het verblijf
In Brazilië vindt u heel veel hotels en pousadas, van simpel tot extreem luxe. Een pousada is over het algemeen iets kleinschaliger en biedt alleen een kamer met ontbijt aan.
Wij bieden u onze gastenkamer aan op basis van een Bed & Breakfast formule waarbij u geniet van de huiselijke sfeer van een gemengd belgisch / bahianees koppel

Omdat ieder reispakket weer anders is, kunnen de accommodaties ook wisselen. Maar wij hebben veel ervaring en weten de bijzondere, gezellige en nette accommodaties voor u.

Het klimaat
In het noordoosten kennen wij maar 2 jaargetijden, zomer en winter. De gemiddelde temperatuur bij ons in Bahia - Salvador is 28°C in de winter en 32°C in de zomer. Alleen in januari, februari en maart (de ‘echte’ zomer) kan de temperatuur in het binnenland oplopen tot 35°C. Door het tropische klimaat kan het af en toe ook stevig regenen, meestal in april en mei, maar het kan ook weer heel erg droog zijn.

Kleding
Neem vooral niet teveel mee op uw vakantie. In Bahia is het voornamelijk tropisch, ook al regent het nog is het warm. Neem daarom voornamelijk zomerse kleding mee. Voor ’s avonds is het raadzaam wat langs mee te nemen, al is het maar ter bescherming voor de muggen of de airco restaurants waar het dan opeens best koud kan zijn. Tussen haakjes : muggenrepelent en / of een klamboe kan je altijd wat beter beschermen tegen de dengue

Electriciteit
Op de meeste plaatsen is het voltpercentage 110. In sommige hotels kan ook 220 volt voorkomen. De stopcontacten wijken ook af. Wij beschikken bij ons thuis over zowel 110 als 220 en aangepaste stekkers voor jou!

Telefoon           
Ook met uw Nederlandse GSM bent u bereikbaar. Wel is het goedkoper om een vaste Braziliaanse lijn te gebruiken, wanneer u naar huis wilt bellen. Of u kunt ter plekke gebruik maken van een Braziliaanse prepay-SIM-kaart om in je eigen GSM te steken (hiermee vermijd je dure roaming kosten als je gebeld wordt van je thuisbasis.[ naar boven ]

 

Diepgaandere info :

De stad SALVADOR

Een hoofdstuk over de stad Salvador kan niet beter beginnen dan met het Historisch Centrum, een uniek en prachtig architectonisch geheel van herenhuizen en solares in coloniale stijl, kerken, pleinen, monumenten, belvedéres en met kasseien belegde straten, geklasseerd en beschermd als Cultureel Erfgoed van de Wereld door de Unesco en ook in de volksmond nostalgisch Pelourinho genoemd. Deze naam stamt af van één der pleinen in het Centrum waar vroeger een schandpaal (of "pelourinho") stond waar de slaven aan werden vastgebonden om in het publiek gestraft en vernederd te worden. Deze wijk, de Pelourinho, was het echte centrum van de stad gedurende de eerste eeuwen van zijn bestaan en was daarom het belangrijkste podium voor de slavenhandel, één der belangrijkste handelsactiviteiten destijds. Hierdoor heeft de Pelourinho een speciale betekenis bij de Afro-Braziliaanse bevolking van de stad, die er op de kasseien van zijn straten veel van haar bloed heeft zien vergieten en die heden massaal terugkeert naar zijn straten, pleinen, bars en restaurants om deel te nemen aan de ontelbare culturele activiteiten of om historische datums te herdenken en zich te herinneren, weliswaar als vrije burgers nu, aan haar lijdensvolle verleden en haar fundamentele bijdrage tot de constructie van de stad Salvador, van de staat Bahia en van Brazilië zelf. De beste tips voor de meest overgetelijke uitstappen vind je hier terug! De Pelourinho is de beste plaats om meer te leren over de geschiedenis van de stad, om haar verleden als hoodstad van de colonie en van Brazilië te leren kennen. Terzelfdertijd is het de beste plaats om de Bahiaanse cultuur en de feestelijke kant van het volk te ontdekken... om te ontdekken dat je hier het land van het geluk kunt aantreffen! De belangrijkste pleinen die deel uitmaken van de Pelourinho en die je niet mag nalaten te bezoeken zijn de Praça Tomé de Souza (het Stadsplein), waar zich het oude Paleis van de gouverneurs, het oude en het nieuwe Stadhuis bevinden, de Praça da Sé met de vestigingen van de oudste kerk van Brazilië en een spectaculair panoramisch zicht op de Baai van Alle Heiligen, de Terreiro de Jesus waar zich de Kathedraal Basiliek van Salvador en nog twee andere kerken bevinden, en tot slot de Largo do Pelourinho zelf. Aangezien Salvador één kerk per kalenderdag heeft, is het onmogelijk deze allemaal te bezoeken, maar laat toch niet na de kerk van São Francisco, met aanpalend klooster, en de Kathedraal te bezichtigen, eventueel ook de kerk van Rosário dos Pretos en de kerken en klooster van de Carmelieten. Een culturele cocktail met talrijke artistieke attracties en muziek, kan je aantreffen op de binnenpleinen Quincas Berro d'Água, Pedro Arcanjo en Teresa Batista, op de Terreiro de Jesus en gewoon in de straten van Pelourinho zelf! Vergeet tenslotte niet dat de Pelourinho een uitstekende plaats is om souvenirs en ambachtswerk te kopen in zijn ontelbare winkeltjes en om een smakelijk gerecht of een drankje te genieten in de restaurants en bars die gul over het Centrum uitgezaaid zijn. Over aankopen gesproken, het is maar een kleine sprong van de Pelourinho naar de bekende en veel bezochte Mercado Modelo. Ga naar de Praça Municipal, neem de legendarische Elevador Lacerda en daal af tot de benedenstad, meer in het bijzonder de wijk Comércio genaamd waar je de oude havenopslagplaats kunt aantreffen die omgevormd werd tot het "winkelcentrum der toeristen". Op het eerste verdiep van van de Mercado zijn er twee restaurants die typische gerechten aanbieden en die over een terras beschikken waar je van een fabelachtige zonsondergang kunt genieten in de late namiddag (in Salvador gaat de zon onder tussen vijf - in de winter - en zes uur -in de zomer). Niet ver daarvandaan, opwaarts via de Avenida Contorno, bevindt zich de Solar do Unhão, een prachtig toeristische site die de moeite loont te bezoeken omwille van zijn geprivilegieerde ligging aan de Baai van Alle Heiligen, zijn historisch en architectonisch complex en omwille van het feit dat hier het Museum van Moderne Kunst gevestigd is, waar je onder meer een permanente openluchttentoonstelling kunt bezichtigen met werken van bekende Bahiaanse artiesten zoals Mario Cravo en Carybé. Iets hoger gelegen staat het oude klooster Santa Tereza dat het Museum van de Heilige Kunst herbergt met een heel mooie kapel en prachtige groene tuin met uitzicht op de baai... een oase in het drukke centrum van de stad. Nog iets meer naar boven en uiteindelijk aankomend in de bovenstad, kom je op de Plaats Castro Alves waar het standbeeld van deze beroemdste dichter van Bahia uitkijkt op één van de mooiste belvedères van de stad. Wanneer je van hieraf in de richting van Campo Grande gaat langs de Avenida Sete de Setembro (of Laan van de Zevende September, dag van de onafhankelijkheid van Brazilië), kom je de kerk van São Bento tegen die je zeker niet mag nalaten te bezoeken. Op het Grote Plein (Campo Grande) bevindt zich het theater Castro Alves, een voorbeeld van de moderne architectuur in Bahia, en het monument in herdenking aan de regionale feestdag Dois de Julho (of Tweede Juli), dag der bevrijding van Bahia. Onze wandeling verder zettend in de richting van Barra, passeren we langs de mooie en boomrijke laan Corredor da Vitória waar zich het Kunstmuseum van Bahia en het Museum Costa Pinto bevinden, en verderop, afdalend via de Ladeira (helling) da Barra komen we langs de Kerk van Sint Antonius van Barra. Aankomend in de Haven van Barra (zonder dokken maar met stranden) en verder langs de Avenida Oceânica, komen we nog het Fort van Santo Antônio, de befaamde Vuurtoren (Farol da Barra) en uiteindelijk het Christusbeeld tegen. Een andere toeristische zone in de stad die je zeker niet mag nalaten te bezoeken is het schiereiland Itapagipe dat natuurlijke en historische mooie plekken aanbiedt en bovendien het meest aangewezen deel van de stad is om van het prachtige zicht op de Baai van Alle Heiligen en zijn eilanden te genieten. De uitstap kan begonnen worden bij het Fort vanMonte Serrat, dat omwille van zijn harmonieuse lijnen, één der mooiste militaire monumenten van Bahia wordt beschouwd. Daarnaast ligt het Punt van Humaitá, met zijn kerkje, zijn klooster en kleine vuurtoren. Vanaf dit punt heb je een prachtig zicht op de bovenstad en de Baai van Alle Heiligen en kan je ook genieten van de befaamde en meest romantische zonsondergang van de stad. Van hieruit vertrekkend, via de straten die de rand van de baai volgen, komen we langs de belvedère van de Sagrada Família, die een panoramisch zicht biedt op de benedenstad, de haven en de bovenstad. Iets verderop komen we uit op een plein met koninklijke palmen waar zich, majestueus gelegen op de top van de Heilige Heuvel (Colina Sagrada), de Kerk van Bonfim bevindt. Dit is de belangrijkste en meest bezochte kerk van Salvador en heeft als beschermer Onze Heer van Bonfim (of het "Goede Einde"), niemand minder dan Jesus voor de volgelingen van de Katholieke Kerk, of Oxalá, de belangrijkste god voor de volgelingen van de Candomblé. De Heilige Heuvel afdalend, komen we uit in de oude Haven van Bonfim, van waaruit we langs de mooie en aangename laan Beira Mar aan de rand van de baai kunnen wandelen en genieten de traditionele rust van de wijk Ribeira, die nog steeds herinneringen oproept uit de tijd dat deze plaats de zomerverblijven van de rijke inwoners van Salvador herbergde. Het nachtleven in Ribeira is levendig dank zij de verscheidene bars en restaurants, die heerlijke typische gerechten aanbieden voornamelijk op basis van vis en zeevruchten, live muziek en een romantische omgeving. [ naar boven ]

Een beetje GESCHIEDENIS

Er was eens een mooi, rijk en gelukkig land. Het was bewoond door meer dan 3 miljoen vrije mensen, gezond en opgewekt, de indianen. Zij liepen naakt en aten en dronken wat de natuur hen schonk : enorme hoeveelheden fruit en planten, die in de natuur gemakkelijk konden aangetroffen worden, en ontelbare dieren, die in dit land leefden en die zij aan de natuur onttrokken via de jacht en de visvangst. De indianen bouwden hun woningen met boomstammen, takken en bladeren die hen werden geleverd door de enorme hoevelheden bomen en planten in de streek. Deze grondstoffen werden ook gebruikt om gebruiksvoorwerpen te maken zoals manden, schappen en netten, onder andere. Zij beschikten ook over een rijke en gevarieerde ambacht en wisten zeer goed om te springen met hout, ceramiek en steen. Deze voor-Braziliaanse indianen waren vreedzaam en leefden in matriarchale gemeenschappen. Elke stam had zijn "pajé", de spirituele leider en ook de genezer van de stam. Zij geloofden in meerdere goden, elk van welk een natuurelement voorstelde, zoals de zon, de maan, het water en de rivieren, en dies meer. Zij hielden van feesten, herdenkingen en rituelen en hadden daarvoor steeds hun lichamen beschilderd en versierd met pluimen, stenen, zaden en schelpen. In het jaar 1500 n.C. kwam op dit prachtige land een groep Portugese zeevaarders toe die dachten dat ze in Indië waren aanbeland, en zo begint dan, voor de rest van de wereld, de Geschiedenis van Brazilië. Brazilië, dit continent binnen Zuid-Amerika, werd ontdekt door de Portugees Pedro Álvares Cabral en begon alzo zijn geschiedenis als een kolonie aan de Portugese kroon. Op de plaats waar de ontdekking gebeurde bevindt zich nu het stadje Porto Seguro, in de staat van Bahia. Kort nadien, in 1501, ontdekte een herkenningsexpeditie een grote en prachtige baai aan welke de naam van Baai van Alle Heiligen werd gegeven gezien het feit op 1 november gebeurde. De grote baai werd een referentie voor de zeevaarders en groeide tot één van de meest bezochte havens van het gehele Amerikaanse continent. De stad Salvador werd gesticht in 1549 als eerste hoofdstad van Brazilë en behield die titel tot in 1763. Hij diende als hoofdtoneel voor de meest belangrijke gebeurtenissen in de eerste drie eeuwen van de coloniale geschiedenis van Brazilië. Hij was de belangrijkste Atlantische haven op de route der specerijen, die het Oosten als bestemming had, en bloeide in den beginne met de uitvoer van suiker en nadien met de handel tussen de colonie en Portugal. [ naar boven ]

 

POPULAIRE FEESTEN

In bijna alle steden van Bahia worden kermissen gehouden ten gunste van de beschermheilige van de stad, maar ook om fondsen in te zamelen voor de kerk. Gedurende deze kermissen worden, op het dorpsplein of dicht bij de kerk, standjes opgezet waar typisch eten en drinken uit de streek wordt verkocht. Er wordt een processie gehouden om de heilige te loven en steeds is er een 'bandje" om voor muziek te zorgen. In enkele van deze steden hebben die kermissen zich omgevormd tot grote populaire feesten. Salvador is misschien de stad met het grootste aantal kerken ter wereld en daardoor heeft zij ook wellicht het grootste aantal grote populaire feesten. ·

Op 08 december is er het traditionele feest van Onze lieve Vrouw van de Ontvangenis van het Strand (Nossa Senhora da Conceição da Praia), bechermheilige van de stad, dat plaatsvindt in de wijk Comércio in de benedenstad. ·

Op de eerste januari is er de maritieme processie van Onze Lieve Heer Jezus der scheepvaarders (Nosso Senhor Bom Jesus dos navegantes), waarbij honderden bootjes van alle types de Baai van Alle Heiligen kruisen om het heiligenbeeld van Conceição da Praia naar de kappel van Boa Viagem te brengen. ·

Op 06 januari wordt het Koningenfeest gevierd in Lapinha, één der oudste wijken van Salvador. Op dit feest verdelen de deelnemers, die kleren van kleurige en blinkende weefsels dragen, zich in twee soorten groepen, de "ranchos" en de "ternos". De eerste is een speelse en liberale groep, terwijl de "terno" ernstiger is, samengesteld uit herders en herderinnen die Kerstpersonnages uitbeelden. ·

Op de tweede donderdag van januari is het de beurt aan Senhor do Bonfim, Jezus voor de katholiek kerk of Oxalá voor de candomblé, om gehuldigd te worden met een grote massaprocessie, "lavagem de Bonfim" genaamd, vertrekkend vanaf de kerk van Conceição da Praia, in de wijk Comércio, tot aan de kerk van Nosso Senhor do Bonfim, op het schiereiland van Itapagipe. Het belangrijkste deel van de stoet wordt gevormd door vrouwen die, in de traditionele klederdracht van de Bahianas, vazen met bloemen en reukwater ("alfazema" of lavendel is het meest in trek) op het hoofd dragen. Zij worden begeleid door ruiters en versierde paardenkarren en door een grote massa met mensen van alle leeftijden, rassen en nationaliteiten die bijna allemaal hoofdzakelijk witte kleren dragen. Wanneer ze aankomen op de "heilige heuvel" (a colina sagrada), waar de kerk van Nosso Senhor do Bonfim opgetrokken staat, sprenkelen de Bahianas het reukwater over de ingang van de kerk en de hoofden van de gelovigen uit en wassen de trappen in een ritueel van geloof en hoop. lavagem de Bonfim ·

Op 2 februari huldigen de volgelingen van de Candomblé Yemanjá, de godin van de zee, en maken van de gelegenheid gebruik om offerandes te brengen en wensen te doen. Het feest heeft plaats in de wijk Rio Vermelho, dicht bij de kaai vanwaar de boten met de offerandes vertrekken. ·

En na dit alles, alsof het nog niet genoeg zou zijn, komt dan het belangrijkste feest, de grote climax, namelijk het carnaval, een delirium, het grootste populair feest van de wereld. Het duurt oficiëel vijf dagen en trekt grote menigten aan uit alle hoeken van Brazilië en van de wereld. De deelnemers aan 't karnaval, hier "foliões" genoemd, dansen en springen achter de "trio-elétricos" (grote vrachtwagens volgestouwd met luidsprekers en een bandje dat bovenop een platform zijn show geeft) en de Afro- en Afoxé-groepen ofwel als "pipoca" ('t is te zeggen als "pop-corn" of nog, vrij en los) ofwel binnnen de georganiseerde carnavalgroepen. Thans bestaan er drie "circuits" (op het stadsplan uitgetekende parcours) waarlangs het carnaval kan meegeleefd worden: het traditionele circuit dat van de Campo Grande tot het plein van Castro Alves gaat, het alternatieve circuit van Barra tot Ondina en het nostalgische circuit in het Historisch Centrum. Dat alles samen genomen zijn meer dan 20 kilometers feest, zotheid, plezier en veel adrenaline! Carnaval In de zomerperiode kan je, naast de boven vermelde feesten, nog andere populaire feesten aantreffen in verscheidene wijken van Salvador. Al deze feesten bieden veel ritme en muziek naast de befaamde wijkfeestkramen ("barracas") die hapjes en drankjes aanbieden en waar bier in geen geval ontbreekt.

Andere zeer belangrijke feesten in Bahia en in het gehele Noordoosten van Brazilië zijn de "Juni- Feesten", zo genoemd naar de maand waarin ze gehouden worden.

Deze andere feestperiode begint met de viering ter ere van Sint Antonius op 13 juni en bereikt zijn hoogtepunt met het feest ter nagedachtenis van Sint Jan op 24 juni en eindigt met het feest ter huldiging van Sint Pieter op 29 juni. De traditie van deze feesten werd door de Portugesen meegebracht, waar zij gevierd werden met het begin van de zomer, op de vooravond van het begin van de oogstperiode. Om die reden worden deze feesten gekenmerkt door een overvloed aan typisch eten en drinken, aan de ene kant, en door muziek en dans aan de andere kant. Tussen de vele typische bereidingen, sterk gewaardeerd door de fanatiekers van "São João", zijn de meest bekende : gekookte of boven de as van de alom tegenwoordige vreugdevuren geroosterde maïskolven, gekookte pindanootjes, appelsienen, cake van aipim (de hier zeer geaprecieerde wortel van de maniokplant) en puddings die van maïs zijn gemaakt zoals "canjica" en "mugunzá". Wat de drankjes betreft gaat de voorkeur uit naar de likeurs gemaakt van vruchten zoals genipapo, rozijnen en passievrucht ("maracujá"). Een ander niet te weg te denken kenmerk van deze feesten is de combinatie tussen de muziekstijl, Forró genoemd, met zijn eigen ritme en typische muziekinstrumenten, en de dans, ook met zijn eigen stijl, die de muziek begeleid en die ofwel per koppel ofwel in groep ("quadrilha" genaamd) kan uitgevoerd worden. De meest aangenomen uitleg voor de oorsprong van de term "forró" is dat hij afgeleid is van het Engelse "for all" ("voor iedereen" dus) en duidt op het soort bal dat indertijd werd geörganiseerd en waartoe iedereen toegang had. Aan de andere kant zijn de groepsdansen een erfenis van de Franse folklore, vermeerderd met typische uitdrukkingen van de portugese cultuur. Deze junifeesten zijn het origineelst en worden het uitbundigst gevierd in de steden in het binnenland zoals, in de staat Bahia, in Cachoeira, Cruz das Almas, Amargosa en Senhor do Bonfim. Andere staten uit het Noordoosten met een sterke traditie in junifeesten zijn Pernambuco, waar de stad van Caruaru de faam heeft "het grootste feest van São João van Brazilië" te zijn, en Paraíba, met de stad Campina Grande. [ naar boven ]

 

CAPOEIRA

Capoeira is een zeer populaire uitdrukking van de cultuur en de identiteit van de negers in Bahia (bemerk dat in Brazilië de term "neger" - negro - als politiek correct wordt beschouwd, in tegenstelling tot de term "zwarte" - preto - die een negatieve conotatie heeft, dus net het omgekeerde van wat in Europa en de V.S.A. gangbaar is!). Zij is een mengeling van krijgskunst en dans, van muziek en levensfilosofie. Zij werd eeuwen geleden gecreëerd door de slaven als een persoonlijke defensiemethode, een wapen tegen de onderdrukking. De werkelijke oorsprong van de capoeira - of op zijn minst de meest aanvaarde - ligt in een Afrikaans ritueel, N'golo genaamd, dat de overgang naar het volwassen leven kenmerkte. In dit ritueel streden de jonge mannen tegen elkaar gebruik makende van bewegingen gebaseerd op de paringsgevechten van de zebras, en de winnaar had het recht om zijn echtgenote uit te kiezen onder de jonge huwbare vrouwen van de stam, zonder hiervoor een bruiloftschat te moeten betalen! De Afrikaanse slaven hier in Brazilië, ontdekten dat die bewegingen van de zebra's, wanneer uitgevoerd met snelheid, vaardigheid en kwaadwilligheid, fataal konden zijn voor de tegenstrever. In de schijn van hun moeilijke situatie als slaven en van het geweld dat hen opgelegd werd, begonnen zij die vorm van gevecht, telkens wanneer mogelijk, te oefenen in de open plaatsen in desuikerrietvelden, in het Portugees capoeiras genoemd. Deze capoeiras waren plaatsen in de suikerietplantages, waar de slaven verplicht werden te werken, die platgebrand waren als vorm van bemesting of voor een ander doel. Het waren uitgelezen plaatsen voor de slaven om, weggestoken in de rietvelden en dus uit het oog van de meester, hun geliefkoosde capoeira te beoefenen. Als gevechtstecniek was het voor hen het enige wapen waarover ze beschikten om in te zetten tegen de geweren van hun meesters en van de "woudkapiteinen" (een soort privé-politie van de grootgrondbezitters) in hun vluchtpogingen naar de Quilombos, gemeenschappen waar weggevluchte negers in vrijheid samenwoonden. Na de afschaffing van de slavernij hadden de aan hun lot overgelaten thans ex-slaven nog meer behoefte aan deze persoonlijke zelfverdedigingstechnieken en zo werd de capoeira een symbool van de weerstand van de neger tegen de blanke onderdrukking. Gedurende meer dan een eeuw, verzamelden mannen, jonge en oude, zich in verscheidene plaatsen in Salvador en in andere belangrijke steden in het binnenland, op de pleinen en in de straten om een grote "capoeiraronde" te maken. Die ronde is de typische manier om de capoeira te beoefenen, waarbij meerdere personen een cirkel vormen waarvan in het midden twee personen het gevecht aangaan. Die openbare uitoefening van de capoeira stoorde en bekommerde het republikeinse bewind in erge mate, zodat in 1889 de capoeira "officiëel" beschouwd werd als misdaad. Daardoor werden de capoeiristen - zo worden de beoefenaars ervan genoemd - nogmaals vervolgd en onderdrukt. Vandaag bestaan er verschillende vormen van capoeira en allen hebben als gemeenschappelijk punt het feit dat het om een gevechtskunst gaat begeleid door muziek en zang. Een instrument dat onmogelijk van de capoeira kan gescheiden worden is de berimbau, gemaakt van een houten stok, een holle calabas en een ijzeren snaar. Vele negers, maar ook blanken, mannen en vrouwen, kinderen, jongeren en ouderen, beoefenen thans de capoeira als vorm van strijd, van dans, van culturele uitdrukking, van weerstand en zelfs van echte levensfilosofie. Er bestaan hoofdzakelijk twee variaties van deze oude gevechtskunst, de "Capoeira Angola" en de "Capoeira Regional".

CAPOEIRA ANGOLA

De Capoeira Angola is de meest traditionele vorm van capoeira. De vorm die de meeste waarde hecht aan de van de Afrikaanse cultuur geërfde aspecten en die daardoor de capoeira verheft tot boven het status van een "simpele" krijgskunst. Zij transformeert de capoeira in een manifestatie van sociale, politieke en culturele bewustwording. Capoeirist zijn, in de traditie van Angola, vergt de perfecte beheersing van de cultuur, de tradities, het spel op zich, het bespelen van de instrumenten en het zingen van de liederen. De belangrijkste kenmerken van de Capoeira Angola zijn : · trage bewegingen, op het eerste gezicht onachtzaam, die dicht tegen de grond worden uitgevoerd; · de spelers - of tegenstanders - houden zich in defensieve positie en vallen slechts aan wanneer de tegenstrever er zich het minst aan verwacht; · het belangrijkste doelwit is het hoofd van de tegenstander; · de lichamen raken elkaar niet aan; · enkel de handen en voeten mogen de grond raken (een goede capoeirist van Angola maakt zijn kleren niet vuil!); · de bedoeling is steeds de andere uit het evenwicht te brengen, wat beter bekomen wordt door de behendigheid en schalksheid dan door de spierkracht; · de lichaamsdans wordt gebruikt om de intenties tot aanval al of niet te veinzen; · de bewegingen worden geritmeerd door de muziek van een klein mizikaal bandje bestaand uit twee berimbaus, twee tamboerijnen, een "atabaque" (soort trommel), een "reco-reco" en een "agogô" en door de gezangen. Enkele namen van grote "meesters" zijn : Meester Traíra, Caiçara, Besouro Mangangá, Cobrinha Verde, Sete morte, Cangiquinha, Pedro Mineiro, Valdemar da Paixão, zonder de onvermoeibare meester Pastina te vergeten, die zijn leven wijdde aan het beoefenen en onderwijzen van alles wat hij kende omtrent Capoeira Angola. Hij sistematiseerde de capoeira in 1889 en huldigde ook de eerste officiële school voor Capoeira Angola in, in 1941. Tot op de dag van vandaag heeft meester Pastinha volgelingen die, tot ons geluk, hun leven wijden aan het beoefenen, onderwijzen en bekend maken van de Capoeira Angola. Één van de meest traditionele en meest representatieve scholen van deze vorm van capoeira is de GCAP, Grupo de Capoeira Angola Pelourinho, geleid door meester Morais.

REGIONALE CAPOEIRA

Manoel Reis Machado, de befaamde meester Bimba, geboren in 1900 in Salvador als zoon van een befaamde kampioen in batuque (een ruige en gewelddadige krijgssport die als doel had de tegenstrever op de grond te gooien alleen gebruik makend van de benen) wijdde zich in in de capoeira Angola op twaalfjarige leeftijd. Gebruik makend van zijn kennis van de capoeira Angola en van de batuque, creëerde hij in 1928 de Regionale Capoeira. Deze nieuwe vorm van capoeira maakt romp en hoofd (de hogere "sferen" van het lichaam) van de beoefenaar bereikbaar en symboliseert als dusdanig het "opstaan" van de neger. In deze vorm bouwt Bimba nieuwe "slagen" in, zoals de "ligados" en "cinturados" en samen daarmee - een nieuw feit - het lichaamscontact. Er worden ook "luchtslagen" en acrobatieën ingevoerd waarbij de capoeirist zich meester maakt van de lucht, een tot dan toe "gebied zonder heer". De meest belangrijke kenmerken van de regionale Capoeira zijn : · beweging doorgaans op het vlak van het bovenste gedeelte van het lichaam; · spel toepespitst op de aanval; · doelwit is het hoofd van de tegenstrever; · de bedoeling is steeds het uit het evenwicht brengen van de andere, meestal door het toepassen van desequilibrerende slagen zoals de "rasteira" (de benen van onder de tegenstrever wegschoppen) of de "schaar". [ naar boven ]

GODSDIENST

Algemeen  De overwegende godsdienst in Brazilië en Bahia is het katholicisme, naar dit land gebracht door de Portugesen. Deze koloniseerders trachtten, toen ze hier aankwamen, de indianen en de als slaven ingevoerde zwarten met man en macht te bekeren en verplichtten hen hun eigen geloofsuitingen en godsdienst te verlaten. Desondanks was dit inheems geloof zo sterk en zo diep ingeworteld, meer in het bijzonder de Afrikaanse godsdiensten, dat ze het kunnen klaarspelen hebben om de katholieke achtervolging te overleven. De zwarten vonden een overeenkomst uit tussen hun godheden en de katholieke heiligen. Op die manier konden zij hun eigen cultussen vieren ter ere van hun eigen godheden onder het mom dat zij de katholieke heiligen aan het vereren waren. Deze overeenkomst tussen Afrikaanse godheden en katholieke heiligen ligt aan de basis van het "sincretisme", de vermenging van rituelen en gebruiken van de katholieke kerk met andere afkomstig van de Afrikaanse geloofsbetuigingen. De Afro-Bahiaanse godsdienst, die Candomblé wordt genoemd, oefent tot op de dag van vandaag nog steeds een grote invloed uit onder de bevolking (zelfs al beschouwen vele volgelingen van de Candomblé zich katholieken, een fenomeen waar het sincretisme niet vreemd aan is). Gezien de meerderheid van de bevolking afstamt van Afrikanen (in Salvador 80% van de totale bevolking), is de Candomblé met zijn goden en godinnen, Orixás genoemd, nog steeds goed gekend in dit Land van Alle Heiligen! Dank zij de praktijk van de Candomblé zijn de essentiële kenmerken van de culturele en religieuse identiteit van de Afrikaanse tot slaven gemaakte zwarten goed bewaard gebleven in Brazilië. De rest van dit hoofdstuk gaat dan verder ook uitsluitend over Candomblé. Naast het katholicisme en de candomblé zijn er nog ontelbare andere godsdiensten en geloven die in Bahia navolgelingen vinden zoals evangelisten, adventisten, getuigen van Jehova, spiritisten, boeddhisten enzovoorts. Onder de lokale en tipische goloofsbetuigenissen doet zich ook nog de macumba opmerken, een mengeling van spiritisme, candomblé en inheems "indiaans" geloof. Oosprong Vanaf de jaren 1500 werden vele slaven, afkomstig uit verscheidene stammen van Afrika, naar hier getransporteerd in schepen. Het waren zwarten die als slaven werden gevangen en behandeld maar die ook hun eigen leven bezaten, hun eigen gebruiken en geloofsbetuigingen waarin zij hun eigen goden en afgezanten vereerden. Zij die daarin slaagden, brachten uit hun geboorteland enkele voorwerpen met zich mee als herinnering, of beter, als een onverbrekelijke band met hun wortels en cultuur. Die voorwerpen waren, typisch, een handvol aarde, dat in een doek op het lichaam werd geborgen, een speciale steen "Otá" genaamd en een wortel of zaadje van één of andere boom. Elk van deze voorwerpen, die deze slaven met zich meebrachten, had een bijzondere betekenis voor hen en het was alsof zij de eigen goden, orixás genaamd, in persoon meebrachten en met hen de weldaden van hun macht om te genezen en het lichaam te beschermen en te reinigen. Deze voorwerpen werden nadien ook gebruikt om hun godsdienst te beoefenen, verborgen van de blik van hun Portugese eigenaars die elke vorm van geloofscultus, verschillend van hun eigen Romaans Katholieke geloof, verboden. Deze geloofsbetuigingen van de zwarte slaven verschilden in funktie van hun plaats van herkomst en werden onder een algemene noemer als "Candomblé" betiteld. De Afrikaanse slaven die naar Brazilië werden gebracht kwamen hoofdzakelijk uit het oude Guinée (dat zich van het huidige Senegal tot Sierra Leone uitstrekte), uit Angola en van de "Mijnkust" (Costa da Mina). Daarenboven waren de slaven ook nog afkomstig uit verscheidene stammen zoals, bijvoorbeeld, Nagô, Jêje e Ketu, thans de in de candomblé meest gecultiveerde "naties". Grondslagen De uit Afrika overgebrachte godsdiensten worden gekenmerkt door het monotheïsme daar ze geloven in het bestaan van een opperwezen, door de Nagô's Olorum genoemd, dat Heer of Meester der hemel betekent. Hij wordt ook Olodumaré genoemd, de heer der eeuwige bestemming, of Oduduá, het wezen dat op zichzelf bestaat en de Aarde vertegenwoordigd, of Obatalá, koning of onsterfelijk wezen, onder andere. Zoals in andere monotheístische godsdiensten heeft deze oppergod geen altaren noch georganiseerde cultus en kan ook niet materieel afgebeeld worden. Olorum schiep de hemel en de aarde, maar kwam nadien niet meer tussen in de Schepping. In de plaats gaf hij de "buidel der schepping" aan zijn zoon Oxalá, opdat deze de mensheid zou scheppen. Oxalá vertrok weliswaar zonder eerst offerandes te doen aan Êxu, de bemiddelaar en boodschapper tussen de orixás en de mensen. Als vergelding maakte Êxu dat Oxalá het warm en dorstig kreeg. Toen deze een palmboom tegenkwam waaruit palmwijn opborrelde, dronk hij in overvloed en viel dronken in slaap. Olorum nam dan maar de "buidel der schepping" van Oxalá terug en beëindigde zo de schepping van de wereld. Voor Oxalá bleef alleen de schepping van het mensenras over. Daartoe kneedde hij kleine poppen in de klei uit en kookte ze, waarop Olorum ze dan leven inblies. Oxalá wordt daarom dan ook gemakkelijk vereenzelvigd met Jesus Christus uit het Christianisme. De overige godheden nemen lagere posities in, zoals die van vertegenwoordigers of ministers van de oppergod, en staan bekend alsorixás (in Nagô) of voduns (in Jêje). [ naar boven ]

 

DE ORIXÁS van de Candomblé

Oxalá :

Oxalá is de zoon van de oppergod, Olorum. Hij controleert de funkties van de voortplanting en de voortbrenging en eet geit, witte duif en maïs. Hij draagt witte kleren en is bekend onder twee verschijningsvormen: Oxalufã, een oude man die gebukt gaat zich steunend op een wandelstok, paxorô genoemd, of Oxaguiã, een jonge krijgsman gewapend men een houten mortier, een zwaard van zilver metaal en een schild. Nanã Burucu : Nanã Burucu wordt de moeder van alle orixás beschouwd, haar kleuren zijn lichtblauw en wit, zij eet schaap, kip, gepofte maïs en "abará" (zie meer in het hoofdstuk "Kookkunst") en haar feestdag is op 26 juli. Omolu : Omolu is de god van de urineblaas en, door veralgemening, van alle ziekten, zodat hij de "geneesheer" van de negers is. Hij draagt steeds een kap van stro die hem tot op de schouders valt en zijn gelaat wegsteekt. Zijn kleuren zijn rood en zwart en hij eet bok, varken en gepofte maïs en zijn feestdag is op 16 augustus.  

Êxu

Êxu, zoon van Oxalá en Nanã Burucu, is de boodschapper van de orixás en de meester van de kruispunten en, door veralgemening, van alle verdoken en gevaarlijke plaatsen. Op de feesten, of diensten, van de Candomblé, ontvangt hij zijn offerandes vóór de andere Orixás, opdat hij het feest voor zijn rekening zou nemen en niets slecht of verkeerd zou laat gebeuren met het feest noch met de personen die er aan deelnemen. Hij heeft een dubbele persoonlijkheid. Aan de ene kant is hij de beshermer van de "terreiros" (de plaatsen waar de cultussen worden gehouden), van de huizen, van de stad en van de personen die aan de cultus deelnemen. Aan de andere kant kent men hem een kwaadaardige inborst toe en houdt hij van discussies en ruzies. Êxu houdt ervan ongelukken en rampen te veroorzaken. Daarom zegt men wel eens dat Êxu de zweep van de gerechtigheid is die de slechte mensen, de valsaards en de schijnheiligen straft. Soms doet hij kwaad aan de anderen in ruil voor één of andere schenking (offerande). Zijn dag is maandag, zijn kleuren zijn rood en zwart. Hij eet haan, bok, rund, "farofa" van palmolie en zwarte bonen en hij drinkt "cachaça" (Braziliaanse rum) en rookt sigaren. Al deze ingrediënten worden hem geschonken als offerande en op de kruispunten van de wegen geplaatst.

Xangô

Xangô vertegenwoordigt het onweder, de bliksem en de donder en de elektrische ontladingen. Zijn feestdag is 30 september. Hij woont op de rots van de bliksem, zijn kleuren zijn wit en rood, zijn symbool is een bijl met vleugels en zijn geliefkoosde gerechten zijn schapevlees, haan, schildpad en "caruru" (een brij van "quiabo" gemaakt, zie verder in het hoofdstuk "Keuken").

Oxossi

Oxossi is de godheid van de jacht, woont in het woud en draagt als belangrijkste instrumenten de boog en pijl. Zijn kleuren zijn groen, blauw en hevig rood, zijn geliefkoosde gerechten zijn varkens-, geite- en rundsvlees, haan en kip van Angola.  

Ogum

Ogum is de zoon van Yemanjá e Oxalufã. Hij is de Orixá van het ijzer en smeedt de "Obé", het mes dat gebruikt wordt om dieren te offeren voor de Orixás. Een legende vertelt dat Ogum een verschrikkelijke krijgsman was die expedities naar andere koningrijken uitvoerde en steeds terugkwam met grote oorlogsbuiten. Daarom is hij de Orixá van de krijgers, van de ijzersmeden en van iedereen die voorwerpen van metaal gebruiken, zowel om oorlogsredenen als instrumentro voor op het veld of in de stad. Ogum eet geitevlees, haan, palmolie, zwarte bonen en gepofte maïs, meestal aan de kant van de wegen. Zijn kleur is donkerblauw.

Oxumarê

Oxumarê stelt de regenboog voor en werd door Xangô grootgebracht. Hij heeft de vorm van een slang, kleedt zich in het wit, draagt een drietand in de hand, eet schape- en geitevlees, schildpad en "abará" (zie meer in het hoofdstuk "Kookkunst") en zijn feestdag is 24 augustus. Yemanjá : Yemanjá is de moeder van de zoute wateren en haar kleuren zijn blauw en rood. Ze gebruikt een zwaard, eet eend, geitevlees en kip en haar feestdag is 8 december.

Iansã

Iansã is de godin van de zoete wateren, de onweders, regens en donders en is de vrouw van Xangô. Haar kleuren zijn rood en wit, ze gebruikt een koperen zwaard in de hand, eet geitevlees, kip, acarajé en abará (zie meer in het hoofdstuk "Keuken") en haar feestdag is 4 december.

Oxum

Oxum is de godin van de bronnen, watervallen en sloten en haar kleur is goudgeel. Ze draagt een "abébé" van brons, eet geite- en bokkevlees en suikerriet en haar feestdag is op 3 februari. [ naar boven ]

 

Bahia CULINAIR

Over Bahia praten zonder zijn kookkunst te vernoemen is onmogelijk. De kookkunst is één van de meest authentike uitdrukkingen van de identiteit en van de cultuur van het Bahiaanse volk. Zij valt in het oog door haar grote verscheidenheid en door de overheersende Afrikaanse invloeden. De slaven uit Angola, Mozambique, Ivoorkust, Nigerië, Liberië en Congo brachten hun kruiden en exotische specerijën mee die de dag van vandaag een "speciale toets" geven aan de tipische gerechten van de Bahiaanse keuken. Naast Afrika vinden we ook invloeden die door Indianen en de Portugesen werden aangebracht en tot slot zijn er nog de gerechten die uit de "senzalas" stammen, de weinig comfortabele kwartieren waar de slaven verbleven, en die gemaakt worden op basis van slachtresten van de dieren die de heren aan hun slaven gaven. Het resultaat van dit alles is een unieke ketel vol smaakvolle ingrediënten, kruiden en criativiteit waarin deze enorme verscheidenheid aan tipische en onevenaardbare gerechten wordt klaargemaakt. typische gerechten De meest tipische en heerlijke gerechten zijn: "moqueca" van vis of zeevruchten (peixe ou marisco),"bobó" van garnalen (camarão), "xinxim" van kip (galinha), opgevulde krab ("casquinha de siri"),rijst van "hauçá", "quiabada" (een soort stoofpot met in kleine stukken gesneden vlees en quaibo, een groene langwerpige en "slijmerige" groente) , "carne do sol" (gezouten en in de zon gedroogd vlees) met "pirão de aipim" (puré van maniokwortel), "feijoada" (een stoofpot van bruine of zwarte bonen met vlees), "rabada" (ossestaart), "mocotó" (gekookte runderpoten en andere ingewanden) en "sarapatel" (bereid met varkensbloed en darmen). Maar wees gerust, indien niets van dit alles je behaagt, dan kan je nog altijd terecht in de talrijke restaurants die lekkere gerechten uit andere Braziliaanse staten aanbieden hier in de stad Salvador. Onder de meeste bekende regionale keukens heb de "sertaneja", afkomstig uit de sertão (het halfwoestijngebied in het Noord-Oosten van Brazilië) waar het gedroogd vlees (carne de sol), het geitevlees en de aipim (kassavewortels), gekookt, gebakken of als puré, de koplopers zijn. Er zijn ook restaurants die de "mineira"-keuken aanbieden, typisch van de staat Minas Gerais, met zijn kazen, varkensvlees en " tutú a mineira" (een puré van bruine bonen). Nog andere bieden de keuken van Rio Grande do Sul aan, bekend om zijn vlees en barbecue die je het best kan appreciëren in de restaurants die de bekende "rodízio" aanbieden, een systeem waar je voor een vaste prijs verscheidene vleessoorten en toespijzen "à volonté" kunt eten. Indien je, met al deze extra variëteiten erbij, nog steeds niet aan je trekken komt dan zijn er tenslotte nog de vele en verfijnde internationale restaurants, zoals Italiaanse, Franse, Japanse, Chinese en Arabische. Om terug te keren naar het gerecht dat het "gezicht van Bahia" is, de moqueca kan bereid worden met vis of met zeevruchten zoals garnaal, langouste, oester, inktvis, octopus en andere schelpdieren (klik hier voor meer details van een aantal bereidingswijzen). Haar basisbestanddelen zijnkokosnotenmelk en palmolie, een plantaardige olie die geperst wordt uit een kleine palmnoot die hier in de streek overvloedig aangetroffen wordt. Een andere specerij die niet mag ontbreken is verse koriander die een speciale en onverwarbare smaak aan het eten geeft. Wie niet "gewoon" is aan of gek van palmolie, kan ook een iets "lichter" gerecht nemen, namelijk de "ensopado", die met dezelfde ingrediënten als de moqueca wordt gemaakt op uitzondering van de palmolie. Twee andere waardige vertegenwoordigers van de Afrikaanse keuken zijn "vatapá" e "Caruru". Vatapá is een soort puré gemaakt met gedroogde, gerookte garnalen, pindanoten, cashewnoten, brood, palmolie, kokosnotenmelk en andere specerijen. De carurú wordt gemaakt met "quiabo" (ocra, een groene langwerpige en "slijmerige" groente die ook veel in Afrika gebruikt wordt), gedroogde garnalen en palmolie. Wie naar Salvador komt mag het zeker niet nalaten om de zeer befaamde en alom geappreciëerde acarajé te proeven die je aantreft op de "tabuleiro" (een soort grote dienplank) van de Bahiaanse vrouwen die op de hoeken van de straten hun waar verkopen. Het is een soort kroket gemaakt van een puree van bonen, gebakken en de palmolie en die vers, warm en krokant, moet gegeten worden. De acarajé heeft ook een tweelingsbrooertje, namelijk de abará, een andere soort kroket gemaakt van bonen met palmolie, pindanoten en gedroogde garnalen, maar deze wordt ingerold in een bananenblad en in water gekookt. Beide lekkernijen kunnen "puur" worden genoten, maar de Bahianas bieden ook carurú, vatapá, gedroogde garnalen en een pikante pasta, gemaakt van rode chilipepers, als toespijzen aan.

Hierna enkele korte beschrijvingen of complete recepten van deze Bahiaanse lekkernijen

Moqueca van Garnaal

Ingrediënten

1 kg verse of ingevroren gepelde ( middelgrote ) garnalen
2 teentjes look
4 in kleine stukken gesneden tomaten
2 grote versnipperde ajuinen
1 kleine versnipperde groene ( of rode ) peper
12 takjes verse koriander, versnipperd
2 uitgeperste limoenen
4 koffiekoppen kokosnotenmelk
3 soeplepels olijfolie
2 soeplepels palmolie ( "azeite de dendê" )
1 dessertlepel zout

Bereidingswijze

Indien nodig, pel de garnalen, kuis ze en was ze met water en het sap van de 2 limoenen. Stamp de look fijn samen met dessertlepel zout en de koriander en kruid er de garnalen mee, laten berusten in de ijskast voor minstens een half uur. Stamp de gesneden en versnipperde kruiden fijn en verdeel in twee. Doe één deel samen met de garnalen in een diepe braadpan, voeg er kokosmelk aan toe en breng roerend aan de kook. Voeg er nog de olijfolie en de rest van de kruiden aan toe en laat verder koken. Voeg er als laatste de palmolie aan toe en laat nog 2 minuten koken. Dien op met "pirão" (een dikke puree gemaakt van het kookvocht waar maniokmeel wordt ondergemengd), rijst en "farofa de dendê" (maniokmeel vermengd met palmolie).


Moqueca van Vis

Ingrediënten

1 kg gekuiste vis ("roodbaars" is een uitstekende optie)
3 in kleine stukken gesneden tomaten
2 versnipperde ajuinen
1 versnipperde groene peper
1 bosje verse koriander, versnipperd
melk van 2 kokosnoten
2 soeplepels palmolie
4 soeplepels olijfolie
Kruiden voor de vis
2 lookteentjes
het sap van 1 limoen
1 soeplepel zout
2 takjes koriander

Bereidingswijze

Stamp de look, het zout en de takjes koriander fijn en vermeng met de vis samen met het limoensap. Laat voor minstens één uur staan. Stamp de versnipperde kruiden fijn en verdeel in twee. Doe één deel samen met de vis in een pan en dek af. Voeg daarna de kokosmelk bij en roer goed zodat de melk niet scheidt. Doe de rest van de kruiden erbij en laat nog 15 minuten koken. Dien op met rijst en "farofa" (maniokmeel vermengd met palmolie ).

Sarapatel

Dit is een gerecht met fijngesneden varkensingewanden en -bloed. Bobó van Garnaal

Ingrediënten :

Voor de puree van maniok (aipim)
1 kg geschilde en geraspte maniok melk van anderhalve kokosnoot
1 kg versnipperde ajuinen
1 kg rijpe tomaten
2 versnipperde groene pepers
1 klein bosje verse koriander
500 ml olijfolie
Andere ingrediënten :
1 kg grote gepelde garnalende
1 lookteentje, versnipperd soeplepel zout
1 takje koriander
3 in kleine stukken gesneden tomaten
3 versnipperde ajuinen
1 versnipperde groene pepers melk van
2 kokosnoten koffiekop olijfolie
2 soeplepels palmolie

Bereidingswijze

Meng de versnipperde kruiden voor de puree met de geraspte maniok. Zet op een hoog vuur en meng geleidelijk de olijfolie en de kokosmelk bij, steeds goed roerend om niet aan te branden en de melk niet te scheiden. Blijf roeren gedurende ongeveer 10 minuten tot de puree los van de pan komt. Doe de garnalen, de andere kruiden en de olijfolie in een kookpan, laat op het vuur staan en voer er geleidelijk de kokosmelk aan toe. Laat 5 minuten doorkoken. Blijf roeren, doe er de maniokpuree bij en laat nog 5 minuten koken. Voeg er vooraleer van het vuur te nemen de palmolie aan toe. Dien goed warm op samen met witte rijst.

Carne de Sol met Puré

Dit is een specialiteit van de "regionale" restaurants (ook wel "sertanejos" genoemd, daar ze typisch voor de "sertão", het droge binnenland, zijn) bereid met het bekende "carne de sol" (licht gezouten vlees dat in de zon wordt gedroogd, vandaar de naam - letterlijk - "zonnevlees"), gebakken en opgediend met maniokpuree (gemaakt van de maniokswortel, ook wel "aipim" genoemd).

Feijoada

Dit is een gerecht klaargemaakt met de bekende bruine bonen (feijão), de alom aanwezige ingrediënt in de Bahiaanse en Braziliaanse keuken, en dat oorspronkelijk door de slaven werd klaargemaakt op basis van rundsvlees van "tweede klasse" en ingewanden en van gezouten varkensvlees. Vandaag heeft dit typisch Braziliaans gerecht een "edelere" status bereikt en wordt door alle Brazilianen, van de arme tot de rijkere klassen, geappreciëerd.

Cocada

Dit is een andere zoetigheid die kokosnoot als belangrijkste ingrediënt heeft, maar daarnaast ook ananas of pindanoten gebruikt. Er bestaat een grote verscheidenheid van "cocadas" zoals zwarte, witte en bruine.

Nota : bovenstaande gerechten werden overgenomen van het boek "Tempero da Dadá". [ naar boven ]

 

MUZIEK in Bahia

De Bahiaanse muziek verdient een speciale plaats in onze site omdat muzikaliteit in het bloed van het Bahiaans volk zit. Bahia is de bakermat, de oorsprong en de bron van zovele muzikale stijlen, zoveel muzikale verscheidenheid en originaliteit, dat een exclusief hoofdstuk over dit onderwerp meer dan verrechtvaardigd is. Bahia ademt en transpireert muziek, een fenomeen dat zijn oorsprong heeft in de perfecte harmonie die men hier ontwikkeld heeft tussen de invloeden van de Indianen, de Afrikanen en de Europeanen. Bahia is het land van de Samba, want het is de Braziliaanse staat met de grootste concentratie aan zwarten, of "politiek correct" gezegd, aan Afro-Zuidamerikanen. En het waren juistgeteld die Afrikaanse slaven die het ritme in het bloed en de Samba in de voeten hadden. Zelfs indien de dag van vandaag Rio de Janeiro de meeste faam krijgt wanneer het over Samba gaat, de kenners zeggen dat het hier in Bahia was dat de Samba daadwerkelijk geboren is. Tot op heden kan je hier de mensen een "Samba-Ronde" (of Samba de Roda) zien dansen of een "sambinha" zien spelen in de straatjes en in de typische kroegjes (hier "botecos" genaamd) die je verspreid over de gehele stad kunt aantreffen, in de arme wijken, op de pleinen van de Pelourinho of op om het even welke plek waar de mensen zich willen amuseren. Het is ook uit deze kontreien dat de uitvinder en "vader" der Bossa Nova - wellicht de eerste Braziliaanse muzikale stijl die overweldigend succes in het buitenland kende - komt, João Gilberto, vertolker van het onvergankelijke lied "A garota de Ipanema", gecomponeerd door de meester van de Populaire Braziliaanse Muziek ("Música Popular Brasileira", afgekort MPB), Tom Jobim en voorzien van tekst door de nostalgische schrijver Vinícius de Morais. Het was ook hier in Bahia dat een andere muzikale strekking is ontstaan, namelijk het "Tropicalismo", die van allergrootst belang is geweest voor de Braziliaanse en meer in het bijzonder de Bahiaanse muziek. De belangrijkste vertolkers van deze stijl zijn Gilberto Gil, Caetano Veloso, Gal Costa en de ongeëvenaarde Tom Zé. Naast deze kopstukken vormde zich ook een band die van groot belang is geweest voor het Tropicalisme, namelijk de Novos Baianos. Momenteel zijn die niet meer samen, maar de meeste muzikanten, zoals Morais Moreira, Pepéu Gomes en Baby do Brasil, bouwden succesvolle solo-carrières uit. De "Afrikaansheid" blijft hier de bovenstem halen en creëert tot vandaag verscheidene muzikale stijlen en ritmes met grote nationale en internationale invloed. De "Afro"-groepen creëerden de "Samba-reggae", een sterk ritmisch en dansende stijl die niemand onberoerd en nog minder onbeweeglijk laat. De balangrijkste vertegenwoordigers van deze misschien meest originele stijl zijn Ilê Aiyê, Olodum e Muzenza. Op hun beurt hebben deze groepen een andere stijl geïnspireerd, namelijk de Axé muziek, die vandaag de dag wellicht de meest bekende en populaire muzikale tendens is met oorsprong in Bahia. Deze, omzeggens, iets modernere stijl heeft reeds ontelbare zangers, zangeressen en groepen voortgebracht die succes kennen zowel hier in Bahia als in heel Brazilië en enkelen zelfs in heel de wereld. Onder hen heb je: Margareth Menezes, Ara Ketu, Daniela Mercury, Chiclete com Banana, Timbalada, Carlinhos Brown, Asa de Águia, Cheiro de Amor en nog zovele anderen. Om dit overzicht volledig te houden, mogen we niet nalaten een aantal andere stijlen en ritmes te vermelden die hier in dit muzikaal paradijs zijn uitgevonden : ondermeer de Lambada, de Afoxé en de Fricote. Tot slot mogen we niet vergeten dat ook de eigen Reggae hier "legers" aanhangers telt en reeds een aantal expressieve zangers heeft voortgebracht zoals Edson Gomes en Lazzo. Deze pagina heeft niet de pretentie compleet te willen zijn, maar we mogen niet nalaten nog enkele belangrijke namen van de Bahiaanse muziek hier als slot te vermelden : Dorival Caymmi, Nana Caymmi, Maria Bethânia, Vânia Abreu, Clécia Queiroz, Daúde, Gerônimo, Luiz Caldas, Ivete Sangalo, Netinho, Wilson Café, Agbeokuta, enz.

ILÊ AIYÊ

Godin van het Ebbehout (of figuurlijk ook Zwarte Godin), Ilê Aiyê. Dit zijn slechts enkele van de woorden die typerend zijn voor Ilê Aiyê, zonder twijfel de meest traditionele "Afro"- groep, de meest pure of "rasechte" (want de carnavalgroep van Ilê Aiyê laat enkel zwarten toe tot zijn leden) en ook de mooiste van de stad en van Brazilië. Ilê Aiyê werd gevormd in 1974 in de wijk Liberdade, de meest dichtbevolkte wijk van Salvador met meer dan 600 duizend inwoners, voor de grote meerderheid zwarten. De Groep (of "bloco", zoals een min of meer georganiseerde groep mensen die tijdens het carnaval in de straten uitgaat, genoemd wordt door de Bahianen) werd gesticht met de bedoeling om deel te nemen aan het Bahiaanse carnaval om op die manier ook aan de zwartens de mogelijkheid te bieden op dit meest populaire feest van het land te defileren, aangezien vele "blanke" carnavalgroepen de zwarten discrimineerden en niet tot hun gelederen toelieten. Terzelfdertijd revolutioneerde Ilê Aiyê het Bahiaanse carnaval met zijn muzikale beweging die nieuwe ritmes afkomstig uit de Afrikaanse traditie in het carnavalgebeuren inleidde. Het ritmisch, muzikaal en plastisch spektakel dat de groep op het carnaval toont wordt steeds op enthousiast applaus onthaald door de bevolking en vormde de groep om tot één der mooiste en meest bewonderde attracties van het hele feest. Maar Ilê Aiyê is niet alleen carnaval. Het was één der eerste groepen die er ook een culturele vereniging op na hield ter bescherming van de Afrikaanse culturele tradities in Bahia. De muziek van de groep houdt zich ook aan de traditie, geschoeid op het geroffel van de trommels en op de kracht van de stemmen. In zijn vijfentwintig jarig bestaan heeft de groep reeds vele Afrikaanse landen en Braziliaanse negeropstanden gehuldigd, wat sterk bijgedragen heeft aan het proces van de erkenning van de etnische identiteit en de zelfwaardering van de zwarte. Tot op heden heeft Ilê Aiyê reeds meerdere muziekalbums uitgebracht en doet veelvoudige optredens in het buitenland. Aan de andere kant omvat het culturele project verscheidene scholen voor de arme kinderen uit Salvador. De "missie" van Ilê Aiyê is, volgens zijn eigen leiders : "De cultuur van de zwarte verspreiden in de maatschappij met het oog op het samenvoegen van alle Afro-Brazilianen in de strijd tegen de meest diverse vormen van rassendiscriminatie, door de ontwikkeling van carnavaleske, culturele en opvoedkundige projecten, door het terugwinnen van de zelfachting en het verhogen van het niveau van het kritisch zelfbewustzijn." Voor meer informatie, bezoek de eigen site van de groep op "http://www.ileaiye.org.br".

MARGARETH MENEZES

Margareth Menezes was één der pioniers om de Bahiaanse muziek buiten de nationale grenzen uit te dragen toen ze met haar explosieve samba-reggae, aan de zijde van ex-Talking Heads David Byrne in één van zijn tournées, de wereld veroverde. Margareth, die werd ontdekt in projecten van MPB (Populaire Braziliaanse Muziek) en in festivals, is een veelzijdige en innoverende zangeres die invloeden vermengt gaande van de klassieke MPB over de samba-reggae (een muzikale stijl die in Salvador uit de Afro-bands onstaan is) tot de internationale popmuziek. Daardoor bekomt ze een unieke en boeiende klankrijkheid die ze zelf als "afro-pop" omschrijft en die geklasseerd kan worden in de familie van de World Music. Margareth Menezes heeft, tot nu toe, haar talent in zes muziekalbums geregistreerd. Haar laatste album "Maga" werd in juni van 2002 gelanceerd na talrijke jaren van "stilte", ten minste toch wat opnames in geluidsstudio's betreft. Haar voorlaatste album "Gente de festa" (vrij vertaald "Feestgangers") bevat versies van "Vestidos de Prata", een succes van de zanger Paulinho Boca de Cantor, en van "Love of My Life", van Freddy Mercury, en telt ook enkele voorname "gasten" zoals Caetano Veloso en Maria Bethânia. De overige albums zijn, in volgorde, Um canto Pra Subir, Kindala e Luz Dourada. De laatse jaren heeft Margareth ook actief deelgenomen aan de carnavals in Salvador, boven op haar persoonlijke "trio elétrico" (een soort rijdend podium) of ook aan het hoofd van de carnavalgroep Os Mascarados, een oude carnavaleske traditie die door de zangeres terug is bovengehaald. Op het karnaval van 2003 was het liedje "Dandalunda", van haar laatste CD en gecomponeerd door Carlinhos Brown, één van de meeste gespeelde liedjes door alle Bahiaanse bands. Voor meer inlichtingen kun je terecht op de site http://www.uol.com.br/margarethmenezes".

OLODUM 

Wanneer men over Salvador, muziek en negers spreekt denkt men automatisch de groep Olodum. Hij is immers is één van de meest bekende vertegenwoordigers van de Afro-Braziliaanse muziek met de naam samba-reggae, gekenmerkt door meeslepende ritmes en een harde en pulserende drum. Het is niet voor niets dat grote sterren van de internationale muziekscène, zoals Paul Simon en Michael Jackson, naar Salvador zijn gekomen om songs op te nemen met de begeleiding van de drumsectie van Olodum. Olodum is van het volk en speelt voor het volk. Olodum is ook veel meer dan gewoonweg een muziekband, het is ook een culturele groep, gesticht in 1979, die sedert 1984 erkend is als zijnde "van openbaar nut" voor de staat en de stad. Olodum is een Niet Gouvernamentele Organisatie (NGO) van de beweging der zwarten in Brazilië en ontwikkelt acties ter bestrijding van de rassendiscriminatie en ter stimulatie van de zelfachting en de trots van de Afro-Brazilianen. Olodum verdedigt de strijd om de burger- en mensenrechten van gemarginaliseerde personen te verzekeren, zowel in Bahia als in Brazilië. Bijna zo befaamd als de band is de theatergroep van Olodum die reeds grote menigten aangetrokken heeft naar zijn originele en sociaal-critische toneelstukken. De Pelourinho is het "huis" van Olodum, waar hij zijn zetel heeft en waar hij diverse sociale werken uitbouwt als inspanning om de aandacht van de wereld te vestigen op de sociale problemen van de Pelourinho. Voor meer informatie, bezoek de site "http://olodum.uol.com.br".

   

[ naar boven ]

 

© 2009-2011 - BasIX